Precies 5 jaar geleden, op 1augustus, schreef ik me in als eenmanszaak bij de KvK onder de naam Visual Logic. Ik kijk terug op een mooie periode als freelancer, heb interessante opdrachten gedaan bij veelzijdige opdrachtgevers. Wat heb ik afgelopen vijf jaar van het freelancen geleerd? Ik deel in deze blog vijf wijze lessen.
1. Volg je hart maar maak wel een financieel plan
Aangezien we een groot deel van ons leven werken, kun je er maar beter voor zorgen dat je het leuk vindt. Als dat niet lukt in loondienst, dan is freelancen een mooi alternatief. Begin 2014 besloot ik om die reden om te gaan freelancen. Ik had bedacht om infographics te ontwerpen, maar had amper ervaring. Daarmee waren mijn kansen nihil om in loondienst aan de slag te gaan (ik heb een paar tevergeefse pogingen gewaagd). Dus toen ben ik, enigszins noodgedwongen, als freelancer begonnen. Zodat ik niet jaren later terug zou kijken en denken 'had ik het maar geprobeerd'.
Maar niet zonder financieel plan. Ik berekende wat ik minimaal moest verdienen om de vaste lasten te dragen. Ik kwam tot de conclusie dat ik een financiële buffer had van ongeveer een jaar. En na dat jaar, hoeveel opdrachten moest ik dan doen tegen welk uurloon? Is dat uurloon dan marktconform? En wat doe ik als ik even geen opdracht heb? Doordat ik een goed beeld had van mijn financiële situatie, doorstond ik die eerste onzekere periode redelijk zorgeloos.
2. Wees niet te streng voor jezelf
Mede vanwege de financiële buffer, gaf ik mezelf een jaar de tijd om te onderzoeken of ik geschikt was voor het freelancen. Het hoefde van mij nog geen bloeiende praktijk te zijn, maar ik wilde na dat jaar het vertrouwen hebben dat ik mezelf ermee kon onderhouden. Misschien niet de meest ambitieuze doelstelling, maar daarmee wel haalbaar. Aan het eind van deze periode was ik druk met een goedbetaalde opdracht en had ik genoeg zelfvertrouwen om door te gaan. Vooraf had ik mezelf ook voorgenomen dat als dit niet zou lukken, ik het niet zou zien als falen, maar als een mooie ervaring. Deze instelling gaf me ook de nodige rust om de opstartfase door te komen. Mocht het niet lukken, dan ging ik wel weer solliciteren.
3. Ga veel koffie drinken
En hoe krijg je dan een opdracht? Toen ik begon was ik bang dat ik genoodzaakt zou zijn om bedrijven 'koud' op te bellen en te bedelen om een opdracht. 'Dat nooit', had ik mezelf voorgenomen. Maar hoe dan wel? Ik ben vooral veel koffie gaan drinken met mensen die ik kende. Die verwezen me door naar mensen die ik niet kende. Iedereen bleek ontzettend hulpvaardig om mee te denken en tips te geven. Dit leidde niet direct tot een opdracht, maar hielp aan het begin vooral om scherp te krijgen wat ik wilde doen en waar een markt voor was. Hierdoor kon ik steeds beter vertellen waar ik voor in te huren was. En met een goede elevator pitch stond ik niet veel later met iemand te praten op een huwelijk. Daar kwam een van de eerste opdrachten uit voort. Zo raakte ik ook een keer aan de praat met iemand tijdens het uitlaten van de hond, ook dat leidde tot een opdracht. Nog steeds heb ik periodes dat ik er veel koffie verzoeken uitgooi, de afgelopen tijd bijvoorbeeld om mijn netwerk in Twente verder uit te breiden. Steeds vaker benader ik daarbij ook mensen die ik niet ken. Bijna altijd zijn mensen bereid om kennis te maken, mee te denken, tips te geven en je weer een stap verder te helpen. Hoe ver staat dat eigenlijk nog af van het 'koud' benaderen van bedrijven? Blijkbaar gaat het er vooral om dat je het op een manier doet waar je je goed bij voelt.
4. Het gras is niet groener bij de buren
Omdat ik in een creatief vakgebied zit, kijk ik regelmatig naar het werk van vakgenoten. Dat helpt mij om beter te worden in wat ik doe. Soms zakt de moed me dan in de schoenen: 'zo goed word ik nooit!'. Dan denk ik terug aan mijn stage periode bij Sue Cowell van Atomo Design. Sue zei dan tegen mij: "Hilje, jij wil nu al net zo goed zijn als ik, maar vergeet niet dat ik dit al jaren doe".
Als ik nu terug kijk op mijn werk van de afgelopen vijf jaar zie ik dat ik ieder jaar weer een beetje beter ben geworden. Ook kost het me steeds minder tijd. Nog steeds zie ik soms jaloersmakende projecten voorbij komen, maar inmiddels weet ik dat de mooiste projecten vaak enorme projectteams zijn met diverse expertises. Of gemaakt door mensen met jarenlange ervaring. Bovendien zie ik steeds vaker werk voorbij komen waarvan ik denk, 'dat kan ik beter'.
Soms krijg ik het idee dat andere freelancers de ene na de andere opdracht binnenslepen zonder acquisitie, omdat ze goed zijn in hun werk. Dus als ik even geen opdracht heb, dan twijfel ik soms of ik door moet gaan met freelancen. Blijkbaar ben ik niet goed genoeg, want ik moet wel acquisitie doen voor mijn opdrachten. Laatst sprak ik een vakgenoot die prachtige dingen maakt en ze klaagde dat ze al een tijd geen opdracht had. Allereerst dapper dat ze dat uitspreekt, want volgens mij delen freelancers zelden dit soort beslommeringen. Dat versterkt mijn beeld waarschijnlijk dat acquisitie een soort falen is. Door haar eerlijkheid wist ik weer even dat acquisitie er voor de meeste freelancers gewoon bij hoort, ook als je prachtige dingen maakt.
5. Flexibiliteit is een zegen en een vloek
Misschien wel het grootste voordeel van freelancen is de flexibiliteit, zeker met jonge kinderen. Ik werk full-time en zie mijn kinderen meer dan de meeste part-time ouders. Als ik het rustig heb, gaan mijn kinderen wat minder naar de opvang. Als een kind ziek is, haal ik 's avonds de tijd in. Ik bepaal mijn eigen werkdruk: ik kan er altijd voor kiezen om een nieuwe opdracht niet aan te nemen. Ik doe overdag boodschappen of ga sporten. Daar heb ik 's avonds de puf vaak niet meer voor. Ik had nooit verwacht dat ik dat zo fijn zou vinden. Maar het heeft ook een keerzijde. Tot nu toe was het hollen of stilstaan. Het was of te druk of te rustig. Als ik even geen opdracht heb dan ben ik onzeker. Wat als dit het was? En als het druk is werk ik ook avonden en in het weekend. Echt weekend of vakantie heb ik al lang niet meer gevoeld, hoewel ik steeds beter word om dat af te bakenen. Zo kreeg ik vorig jaar tijdens een vakantie een telefoontje voor een opdracht. Het was een grote opdracht waarvan de deadline in die vakantie viel. Kortom, een groot deel van de vakantie werken, maar met de inkomsten had ik de vakantie drie keer terug kunnen verdienen. Ik heb het niet gedaan. Een ontzettend moeilijke en tegen-intuïtieve keuze. Nu ken ik genoeg mensen in loondienst die ook tijdens hun vakanties werken, maar die verdienen meestal het zesdubbele van wat ik verdien. Toch hoor ik steeds vaker over bedrijven waar je zelf mag bepalen wanneer je werkt maar waar je ook de voordelen hebt van loondienst en dus 'echt' op vakantie kan en weekend hebt. En de zekerheid van een goed, vast salaris. Maar ook daar zal het gras wel weer groener zijn...
1. Volg je hart maar maak wel een financieel plan
Aangezien we een groot deel van ons leven werken, kun je er maar beter voor zorgen dat je het leuk vindt. Als dat niet lukt in loondienst, dan is freelancen een mooi alternatief. Begin 2014 besloot ik om die reden om te gaan freelancen. Ik had bedacht om infographics te ontwerpen, maar had amper ervaring. Daarmee waren mijn kansen nihil om in loondienst aan de slag te gaan (ik heb een paar tevergeefse pogingen gewaagd). Dus toen ben ik, enigszins noodgedwongen, als freelancer begonnen. Zodat ik niet jaren later terug zou kijken en denken 'had ik het maar geprobeerd'.
Maar niet zonder financieel plan. Ik berekende wat ik minimaal moest verdienen om de vaste lasten te dragen. Ik kwam tot de conclusie dat ik een financiële buffer had van ongeveer een jaar. En na dat jaar, hoeveel opdrachten moest ik dan doen tegen welk uurloon? Is dat uurloon dan marktconform? En wat doe ik als ik even geen opdracht heb? Doordat ik een goed beeld had van mijn financiële situatie, doorstond ik die eerste onzekere periode redelijk zorgeloos.
2. Wees niet te streng voor jezelf
Mede vanwege de financiële buffer, gaf ik mezelf een jaar de tijd om te onderzoeken of ik geschikt was voor het freelancen. Het hoefde van mij nog geen bloeiende praktijk te zijn, maar ik wilde na dat jaar het vertrouwen hebben dat ik mezelf ermee kon onderhouden. Misschien niet de meest ambitieuze doelstelling, maar daarmee wel haalbaar. Aan het eind van deze periode was ik druk met een goedbetaalde opdracht en had ik genoeg zelfvertrouwen om door te gaan. Vooraf had ik mezelf ook voorgenomen dat als dit niet zou lukken, ik het niet zou zien als falen, maar als een mooie ervaring. Deze instelling gaf me ook de nodige rust om de opstartfase door te komen. Mocht het niet lukken, dan ging ik wel weer solliciteren.
3. Ga veel koffie drinken
En hoe krijg je dan een opdracht? Toen ik begon was ik bang dat ik genoodzaakt zou zijn om bedrijven 'koud' op te bellen en te bedelen om een opdracht. 'Dat nooit', had ik mezelf voorgenomen. Maar hoe dan wel? Ik ben vooral veel koffie gaan drinken met mensen die ik kende. Die verwezen me door naar mensen die ik niet kende. Iedereen bleek ontzettend hulpvaardig om mee te denken en tips te geven. Dit leidde niet direct tot een opdracht, maar hielp aan het begin vooral om scherp te krijgen wat ik wilde doen en waar een markt voor was. Hierdoor kon ik steeds beter vertellen waar ik voor in te huren was. En met een goede elevator pitch stond ik niet veel later met iemand te praten op een huwelijk. Daar kwam een van de eerste opdrachten uit voort. Zo raakte ik ook een keer aan de praat met iemand tijdens het uitlaten van de hond, ook dat leidde tot een opdracht. Nog steeds heb ik periodes dat ik er veel koffie verzoeken uitgooi, de afgelopen tijd bijvoorbeeld om mijn netwerk in Twente verder uit te breiden. Steeds vaker benader ik daarbij ook mensen die ik niet ken. Bijna altijd zijn mensen bereid om kennis te maken, mee te denken, tips te geven en je weer een stap verder te helpen. Hoe ver staat dat eigenlijk nog af van het 'koud' benaderen van bedrijven? Blijkbaar gaat het er vooral om dat je het op een manier doet waar je je goed bij voelt.
4. Het gras is niet groener bij de buren
Omdat ik in een creatief vakgebied zit, kijk ik regelmatig naar het werk van vakgenoten. Dat helpt mij om beter te worden in wat ik doe. Soms zakt de moed me dan in de schoenen: 'zo goed word ik nooit!'. Dan denk ik terug aan mijn stage periode bij Sue Cowell van Atomo Design. Sue zei dan tegen mij: "Hilje, jij wil nu al net zo goed zijn als ik, maar vergeet niet dat ik dit al jaren doe".
Als ik nu terug kijk op mijn werk van de afgelopen vijf jaar zie ik dat ik ieder jaar weer een beetje beter ben geworden. Ook kost het me steeds minder tijd. Nog steeds zie ik soms jaloersmakende projecten voorbij komen, maar inmiddels weet ik dat de mooiste projecten vaak enorme projectteams zijn met diverse expertises. Of gemaakt door mensen met jarenlange ervaring. Bovendien zie ik steeds vaker werk voorbij komen waarvan ik denk, 'dat kan ik beter'.
Soms krijg ik het idee dat andere freelancers de ene na de andere opdracht binnenslepen zonder acquisitie, omdat ze goed zijn in hun werk. Dus als ik even geen opdracht heb, dan twijfel ik soms of ik door moet gaan met freelancen. Blijkbaar ben ik niet goed genoeg, want ik moet wel acquisitie doen voor mijn opdrachten. Laatst sprak ik een vakgenoot die prachtige dingen maakt en ze klaagde dat ze al een tijd geen opdracht had. Allereerst dapper dat ze dat uitspreekt, want volgens mij delen freelancers zelden dit soort beslommeringen. Dat versterkt mijn beeld waarschijnlijk dat acquisitie een soort falen is. Door haar eerlijkheid wist ik weer even dat acquisitie er voor de meeste freelancers gewoon bij hoort, ook als je prachtige dingen maakt.
5. Flexibiliteit is een zegen en een vloek
Misschien wel het grootste voordeel van freelancen is de flexibiliteit, zeker met jonge kinderen. Ik werk full-time en zie mijn kinderen meer dan de meeste part-time ouders. Als ik het rustig heb, gaan mijn kinderen wat minder naar de opvang. Als een kind ziek is, haal ik 's avonds de tijd in. Ik bepaal mijn eigen werkdruk: ik kan er altijd voor kiezen om een nieuwe opdracht niet aan te nemen. Ik doe overdag boodschappen of ga sporten. Daar heb ik 's avonds de puf vaak niet meer voor. Ik had nooit verwacht dat ik dat zo fijn zou vinden. Maar het heeft ook een keerzijde. Tot nu toe was het hollen of stilstaan. Het was of te druk of te rustig. Als ik even geen opdracht heb dan ben ik onzeker. Wat als dit het was? En als het druk is werk ik ook avonden en in het weekend. Echt weekend of vakantie heb ik al lang niet meer gevoeld, hoewel ik steeds beter word om dat af te bakenen. Zo kreeg ik vorig jaar tijdens een vakantie een telefoontje voor een opdracht. Het was een grote opdracht waarvan de deadline in die vakantie viel. Kortom, een groot deel van de vakantie werken, maar met de inkomsten had ik de vakantie drie keer terug kunnen verdienen. Ik heb het niet gedaan. Een ontzettend moeilijke en tegen-intuïtieve keuze. Nu ken ik genoeg mensen in loondienst die ook tijdens hun vakanties werken, maar die verdienen meestal het zesdubbele van wat ik verdien. Toch hoor ik steeds vaker over bedrijven waar je zelf mag bepalen wanneer je werkt maar waar je ook de voordelen hebt van loondienst en dus 'echt' op vakantie kan en weekend hebt. En de zekerheid van een goed, vast salaris. Maar ook daar zal het gras wel weer groener zijn...
Reacties